Douglas DB7/A-20 | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Algemeen | ||||
Rol | Lichte bommenwerper / aanvalsjager | |||
Bemanning | 3 | |||
Afmetingen | ||||
Lengte | 14,4 m | |||
Hoogte | 5,36 m | |||
Spanwijdte | 18,69 m | |||
Krachtbron | ||||
Motor(en) | 2× Wright Cyclone stermotoren, 1,600 pk | |||
Prestaties | ||||
Topsnelheid | 550 km/u | |||
Vliegbereik | 1690 km | |||
Bewapening | ||||
Boordgeschut | 4-7 × 7.7 mm machinegeweren | |||
|
De Douglas DB-7/A-20 (NAVO-codenaam: Box) was een Amerikaans tweemotorig vliegtuig. Het vliegtuig werd ingezet als bommenwerper, aanvalsjager en nachtjager. De DB-7 werd in de Tweede Wereldoorlog door een aantal geallieerde naties gebruikt. De bommenwerper was bij de RAF bekend als de Boston en de nachtjagervariant werd Havoc genoemd. Het United States Army Air Corps (USAAC) gaf de DB-7 het kenmerk "A-20" en de bijnaam Havoc.
Vele staten waren aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog aan het herbewapenen. Frankrijk plaatste in februari 1939 een order voor 100 DB-7B's. In juni 1939 plaatste het USAAC een bestelling voor de A-20, een van de DB-7B afgeleide aanvalsjager. In februari 1940 plaatste de RAF een bestelling voor een A-20-variant die de naam Boston kreeg.[1] Toen de productie in september 1944 gestaakt werd waren er 7478 toestellen in verschillende varianten gebouwd. Via de Lend Lease Act werden 3125 exemplaren aan de Sovjet-Unie geleverd.