Adolf Hurwitz (Hildesheim, 26 maart 1859 - Zürich, 18 november 1919) was een Duits wiskundige.
Hurwitz bouwde verder op de theorie van het Riemann-oppervlak en gebruikte deze om een aantal stellingen te bewijzen over algebraïsche krommen, waaronder de formule van Riemann-Hurwitz en in 1893 de automorfismestelling van Hurwitz. Men spreekt hierbij ook van Hurwitz-groepen, een Hurwitz-oppervlak en een Hurwitz-kromme. Op dit werk werd later onder meer ook de Hecke-operator en de Lefschetz dekpuntstelling gebaseerd.
Hurwitz was ook gefascineerd door de getaltheorie, waarbij men nu spreekt van de Hurwitz-quaternionen, quaternionen waarbij alle getallen ofwel gehele getallen zijn, ofwel allemaal half-gehele getallen.
In de studie van controlesystemen en de theorie van dynamische systemen kwam hij in 1895 tot een criterium om te determineren of een lineair systeem stabiel was, onafhankelijk van, en gebaseerd op een andere onderbouw dan Edward Routh die dit eerder aantoonde. Men spreekt sindsdien over het stabiliteitscriterium van Routh-Hurwitz.