De akoesto-optica behandelt de wisselwerking tussen akoestica en optica.
In de meeste gevallen, komt het erop neer, dat een ultrasone geluidsbron akoestische golven opwekt in een geschikte vaste stof, zoals een lithiumniobaat kristal. Die akoestische golven veroorzaken in de vaste stof dan een verandering in de brekingsindex. Een lichtstraal afkomstig van een laser zal de vaste stof dus ondervinden als een rooster, ook tralie genoemd, en er zal overeenkomstig buiging, ook diffractie genoemd, optreden. De voorwaarde daartoe is, dat de akoestische golflengte van het geluid in de vaste stof vergelijkbaar is met de optische golflengte van het laserlicht. Dit verklaart, waarom het geluid ultrasoon moet zijn en waarom speciale stoffen zoals lithiumniobaat toepassing vinden.