De algemene gaswet, ook wel idealegaswet, wet van Boyle en Gay-Lussac of universele gaswet genoemd, beschrijft het gedrag van ideale gassen onder invloed van druk, volume, temperatuur en aantal deeltjes. Voor veel bekende gassen geeft deze wet een goede benadering van hun natuurkundig gedrag, hoewel er ook enkele beperkingen bestaan. De wet werd geformuleerd door Benoît Paul Émile Clapeyron in 1834 door een combinatie van empirische inzichten, namelijk de wet van Boyle, de wet van Charles, de wet van Avogadro en de wet van Gay-Lussac.[1] De algemene gaswet wordt vaak als volgt genoteerd.
Hierin staan , en respectievelijk voor de druk, absolute temperatuur en volume; voor de hoeveelheid gas in mol en voor de gasconstante. De wet kan ook worden afgeleid uit de microscopische kinetische gastheorie. Dit werd ontdekt door thermondynamicus Rudolf Clausius in 1857.[2]