Een Ames-kamer is een kamer met een optische illusie waardoor zaken groter/kleiner lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Het ontwerp werd in 1934 gemaakt door Adelbert Ames, een Amerikaanse oogheelkundige. De eerste kamer werd gebouwd in 1935.
Iemand die de Ames-kamer bekijkt (met één oog) door het kijkgat (peep-hole, zie tekening), zal deze interpreteren als een gewone kubusvormige-kamer met een achterwand en twee parallelle zijwanden die loodrecht staan tussen een horizontale vloer en plafond. Echter is dit optisch bedrog: in werkelijkheid heeft de kamer de vorm van een trapezium. De muren staan ietwat schuin achterover. De vloer en het plafond lopen naar elkaar toe. De rechterwand staat dichter bij de persoon die voor de kamer staat ten opzichte van de linkerwand (of omgekeerd).
Om afstand en grootte correct te kunnen inschatten, moet de observator als referentie een trapezium nemen. De optische illusie zorgt er echter voor dat hij een kubus als referentie neemt, waardoor er vreemde en onverklaarbare zaken lijken te gebeuren.
Stel: men neemt twee personen (A en B) die even groot zijn (bijvoorbeeld 180 cm). Wanneer men persoon A tegen de linkermuur zet en persoon B tegen de rechtermuur, blijkt persoon A plots veel groter te zijn en persoon B beduidend kleiner. Als men dan de twee personen van plaats wisselt, is het duidelijk dat persoon B nu de grootste is. Het fenomeen is zelfs te zien wanneer iemand van de rechter- naar de linkermuur loopt: de persoon zal zichtbaar groter/kleiner worden.