1: Eierstok 2: Mediaal oppervlak 3: Zijvlak 4: Vrije rand 5: Deel van brede ligament 6: Einde van de trechter 7: Baarmoedereinde 8: Eileider 9: Opening van de eileiders 10: Infundibulum van de trechter van de eileiders 11: Fimbriae van de eileiders 12: Ovariële fimbria 13: Ampulla tubae uterinae 14: Isthmus tubae uterinae van de eileiders 15: Baarmoedergedeelte van de eileiders 16: Baarmoederopening van de eileiders
De ampulla tubae uterniae[1] is het grootste en breedste deel van de eileider dat loopt van de eileidertrechter tot aan de baarmoederholte.[2] Ze heeft een maximale diameter van 1 cm en een lengte van 5 cm. Het heeft als functie om de eicel, die al dan niet bevrucht is, veilig te verplaatsen via trilhaartjes die in het orgaan aanwezig zijn, naar de baarmoederholte.
De ampulla tubae uterinae is de plaats waar de eicel kan worden bevrucht.
Baarmoeder, linker eileider en linker eierstok, in hun verbinding met het brede ligament van de baarmoeder, dat volledig is ontvouwd. Van achteren gezien, Van een maagd van negentien jaar oud.
↑Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Bohn Stafleu Van Loghum, Houten.
↑Fallopian tube. Britannica. Geraadpleegd op 30 november 2023. “Leading from the infundibulum is the long central portion of the fallopian tube called the ampulla.”