De Ardennengouw (pagus Arduennensis) was een Frankische gouw rond het huidige drielandenpunt van België, Luxemburg en Duitsland.
Het woord Ardennen duikt voor de eerste keer op bij Julius Caesar in zijn boek De Bello Gallico; hij noemt daarin het gebied tussen Maas, Rijn en Moezel Arduenna silva (het woud Arduenna). Arduenna betekent vermoedelijk "hoog".
In 840 ontstond het graafschap Ardennen, dat weer verdween in 1026. In 963 wisselt gouwgraaf Siegfried grond uit met de Rijksabdij Sankt Maximin te Trier. Siegfried bouwt zijn vesting op een oud Romeins kamp, Lucilinburhuc, dat kleine burcht betekent. Zo ontstaat Luxemburg als graafschap.