Een BCD-code (Engels: afkorting voor binary-coded decimal) is een binaire code om decimale getallen op te slaan. Ieder cijfer van het getal wordt gecodeerd door een rij van vier bits die een binaire representatie zijn van het betrokken cijfer. Een gevolg hiervan is dat de hexadecimale weergave van een getal in BCD-code er hetzelfde uitziet als de decimale variant.
De BCD-codering werd vroeger veel gebruikt om elektronica mee te vereenvoudigen, vooral bij de weergave van cijfers door pixie- en nixiebuizen en hun opvolgers de zevensegmentendisplays. De taal COBOL maakt ook veel gebruik van deze code omdat het in een administratieve omgeving met nog niet zo snelle machines eenvoudiger was een bepaald cijfer uit een getal te lezen. BCD-cijfers kunnen namelijk eenvoudiger naar ASCII- of EBCDIC-cijfers worden omgezet dan een binair getal.
Het gebruik van de BCD-code is zowel inefficiënt in geheugengebruik, van de 16 verschillende combinaties die met vier bits mogelijk zijn worden er maar tien gebruikt, als wanneer er veel mee moet worden gerekend. De meeste computersoftware maakt tegenwoordig van andere coderingen gebruik, waarbij de waarden voor de decimale weergave van getallen meestal rechtstreeks worden berekend.