Beeldtaal is een taalachtige constructie, waarbij beelden en beeldelementen communicatie mogelijk maken. Beelden en de interpretatie ervan zijn, net als geschreven of gesproken taal, tijds- en cultuurgebonden. Beelden geven boodschappen door: informatieve, wetenschappelijke, culturele, promotionele, propagandistische enzovoort. Visuele producten gebruiken de beeldtaal in de schilderkunst en fotografie, in de architectuur en grafische vormgeving, in de popmuziek, de decorbouw, het beeldhouwkunst, de tekenfilm, film, in het strip en de cartoon, in de mode, dans en theater.[1]
'Kijken' is cultureel bepaald. De ideale stad van
Piero della Francesca verschilt op alle vlakken met de middeleeuwse afbeeldingen, die evenzeer als 'realistisch' werden ervaren. De huidige Westerling is doordrongen van het
perspectief dat ontstond in de
Renaissance en voelt dit als natuurlijk aan. Niettemin is dit aangeleerd. In de
Middeleeuwen en de
Oudheid dacht men anders over 'het beeld': objecten, neem nu zuilen uit een zuilengalerij, die verder in de diepte staan, werden niet kleiner afgebeeld, want in werkelijkheid zijn ze even groot. Voor de Middeleeuwer duidt de grootte de mate van belangrijkheid aan.
- ↑ Zie bijvoorbeeld BOTTELBERGHS P. Beeldcultuur. Evolutie en toekomst, lezing naar aanleiding van '10 jaar Leren Kijken', 11 oktober 1990, Brussel.