Bernhard (ca. 725 - 787[1]) was een halfoom van Karel de Grote en een belangrijk edelman in zijn rijk. Hij was de zoon van Karel Martel en zijn minnares Ruodhaid.[2]
Bernhard was graaf en abt van Saint-Quentin en hofmeier van Austrasië, Neustrië en Bourgondië. Hij was legeraanvoerder van Karel de Grote tijdens de campagne tegen de Longobarden (773 - 774).[3] Bernhard leidde zijn leger over de Grote Sint-Bernhardpas, terwijl Karel zelf over de Mont Cenis trok. Door deze omtrekkende beweging werd de verdediging van de Longobarden omzeild en konden de Franken hun koninkrijk eenvoudig veroveren.
- ↑ Annales Moselleni ad annum 787 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores XVI, Hannover, 1859, p. 495).
- ↑ Genealogia comitum Flandrensium (= Monumenta Germaniae Historica, Scriptores IX, p. 302: "Karolus senior et dux genuit Pipinum, Karlomannum, Griphonem et Bernardum ex regina; Remigium et Geronimum ex concubina").
- ↑ Annales regni Francorum ad annum 773 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores I, Hannover, 1826, p. 150: "et perrexit ipse per montem Caenisium et misit Bernehardum avunculum suum per montem Iovem cum aliis eius fidelibus"), Chronicon Moissiacensis ad annum 770 (= Idem, p. 295: "cui praefecit Bernardum avunculum suum, cum ceteris fidelibus per Iovis montem in Italia intrare praecepit.").