Een betatron of inductieversneller is een door Donald W. Kerst op de Universiteit van Illinois in 1940 ontworpen circulaire deeltjesversneller om elektronen te versnellen tot hoge energie. Betatrons werden oorspronkelijk gebruikt in deeltjesfysica-experimenten. Doordat men de bètastraling (elektronen) op een trefplaat laat vallen, ontstaat harde röntgenstraling of gammastraling (zie Remstraling). Een voorbeeld is het 315 MeV Betatron gebouwd in 1949 in de universiteit van Chicago. Dit had een magneetveld van 0.92 tesla en een elektronenbaan met een diameter van 2.44 m. Moderne betatrons zijn buitengewoon compact en worden gebruikt voor industriële en medische toepassingen.
De naam "betatron" (een referentie naar de bètastraling) werd gekozen in een wedstrijd. Andere voorstellen voor de naam waren rheotron, inductron, en zelfs Ausserordentlichhochgeschwindigkeitelektronenentwickelndenschwerarbeitsbeigollitron.