De Bombardementen op Algiers vonden plaats op 27 augustus 1816. Een Engels-Nederlandse vloot onder leiding van admiraal lord Exmouth bombardeerde schepen en de verdedigingswerken van de haven van Algiers. Viceadmiraal Van de Capellen voerde het commando over de Nederlandse schepen.
Hoewel er meerdere keren acties werden ondernomen door verscheidene Europese en Amerikaanse marines om de Barbarijse piraterij tegen Europa door de Barbarijse staten de kop in te drukken, was de specifieke opdracht de christelijke slaven te bevrijden en het tot slaaf maken van Europeanen te stoppen. In dat opzicht was de actie deels een succes, omdat de Dey van Algiers duizend slaven liet gaan na het bombardement en een verdrag tegen de slavernij van Europeanen tekende. Bij het bombardement werd de gehele haven van Algiers platgebombardeerd. De haven herstelde zich al in een jaar tijd waarop de aanvallen op de Europese schepen verder gingen.[1]