Botweefsel is een gespecialiseerde vorm van bindweefsel. Het is drukbestendig en kan grote trekkrachten weerstaan. Het is opgebouwd uit collagene fibrillen (30%), kalkzouten (60%) die voor de verharding van de botmatrix zorgen, en water (10%). In het botweefsel komen een aantal soorten cellen voor: osteoblasten, osteocyten en osteoclasten. Het volwassen menselijk lichaam heeft ongeveer 42 miljard osteocyten.[1] Osteocyten hebben belangrijke functies in het onderhoud van het skelet, zoals het uitwisselen van mineralen, voedingsstoffen en afvalstoffen via de canaliculi. Osteoclasten breken bot af en osteoblasten bouwen bot op. Terugkoppeling van de fysieke activiteit van osteocyten handhaaft de botmassa, terwijl terugkoppeling van osteocyten de grootte van de botvormende eenheid beperkt.[2][3][4] Een belangrijk aanvullend mechanisme is de secretie door osteocyten, ingebed in de botmatrix, van sclerostine, een proteïne dat een reactiepad remt dat osteoblastactiviteit handhaaft. Wanneer het osteon een gelimiteerde grootte bereikt, deactiveert het dus de botsynthese.[5] Het harde, verkalkte deel van het bot bestaat uit botmatrix.
Ondanks de hardheid is het botweefsel (ook in volwassen toestand) sterk dynamisch. Onder invloed van druk en trekkrachten wordt het bot voortdurend opnieuw gemodelleerd, door opbouw en afbraak van het botweefsel. Na een botbreuk weet het zich effectief te herstellen en tijdens de groei van het lichaam ondergaan de botten grote veranderingen in vorm.
Botmatrix is hard doordat het gemineraliseerd is, dat wil zeggen dat er in grote hoeveelheden zouten van calcium en fosfor (hydroxyapatiet) zijn afgezet. Ook bevat botmatrix grote hoeveelheden collagene vezels. Zonder deze zeer trekvaste elementen zouden onze botten wel heel hard zijn, maar ook uiterst bros en breekbaar.
De osteocyten liggen in kleine kamertjes (lacunae) in de matrix. Net als vele andere bindweefselcellen staan ze via dunne uitlopertjes in contact met naburige osteocyten. Deze uitlopers verlopen in fijne kanaaltjes (canaliculi) in de matrix. Via de canaliculi staan de lacunae met elkaar in verbinding.
In het bot komt ook het systeem van Havers voor. Deze kanaaltjes zorgen voor de voedselvoorziening van de cellen in het botweefsel.
Botweefsel komt in twee vormen in de botten voor: