Bunzing IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Vrouwelijke bunzing in het British Wildlife Centre te Surrey. | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Mustela putorius Linnaeus, 1758 | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Bunzing op ![]() | |||||||||||||
|
De bunzing (Mustela putorius) is een roofdier dat behoort tot de familie marterachtigen (Mustelidae). Het is een van de zeven inheemse soorten marterachtigen in België en Nederland. De bunzing komt voor in grote delen van Europa tot in westelijk Azië en uiterst noordwestelijk Afrika.
De bunzing is naaste familie van de wezel en de hermelijn. Over het algemeen zijn de drie soorten goed te onderscheiden, maar er komen soms kleurvariaties voor die de identificatie bemoeilijken. De bunzing is daarnaast de wilde voorvader van de fret (Mustela putorius furo), die als een ondersoort wordt beschouwd. Het is een echte bodembewoner die veel graaft en niet vaak klimt.
De bunzing werpt eenmaal per jaar jongen, dit zijn er ongeveer vijf per keer. Na vier maanden zijn ze zelfstandig en na zes maanden zijn ze volwassen. De bunzing wordt ongeveer vier jaar oud. De bunzing is een zeer actief roofdier dat leeft van prooien als kleine tot middelgrote gewervelde dieren zoals konijnen en vogels. Er worden voedselvoorraden aangelegd. Ook geleedpotige dieren en fruit worden soms gegeten.
Vijanden zijn andere roofdieren zoals slangen en vossen. De mens heeft een negatieve invloed op de bunzing, voornamelijk doordat vele dieren worden doodgereden door het verkeer. Kleine marterachtigen zoals de bunzing, hermelijn en wezel zijn beschermde diersoorten in Nederland.[2] De bunzing wordt beschouwd als een nuttig dier vanwege de gewoonte om op knaagdieren te jagen. De bunzing kan echter ook ziektes dragen als hondsdolheid of de hondenziekte en deze ook overbrengen op mens en dier.