Cataclysmische variabele sterren (CV) zijn sterren die onregelmatig een grote toename in lichtkracht vertonen, om dan weer terug te vallen in hun sluimerende toestand. Oorspronkelijk werden ze nova genoemd, aangezien de sluimerende sterren tijdens een uitbarsting opvielen met het blote oog en dus werden aangezien voor nieuwe sterren.
Cataclysmisch variabele sterren zijn interagerende dubbelsterren die uit twee componenten bestaan; primair een witte dwerg en een compagnonster die zijn massa verliest aan de dwerg. De sterren bevinden zich zo dicht bij elkaar dat de zwaartekracht van de witte dwerg haar compagnon vervormt en materie er vanaf trekt. Deze aangetrokken materie, welk meestal veel waterstof bevat, vormt in de meeste gevallen een accretieschijf om de witte dwerg. Deze schijf straalt vaak sterke UV-straling en röntgenstraling uit.
Materie in de binnenste cirkel van de accretieschijf komt op het oppervlak van de witte dwerg terecht (die ook wel vampierster genoemd wordt). Een klassieke nova vindt plaats zodra de dichtheid en temperatuur op de bodem van de aangetrokken waterstoflaag hoog genoeg zijn, waarna een kernfusieproces op gang komt, waardoor de waterstoflaag snel wordt omgezet in helium. Als het aantrekken van materie lang genoeg duurt om de witte dwerg naar de Chandrasekhar-limiet te brengen, kan de toegenomen interne dichtheid een koolstoffusie veroorzaken en daarmee een type 1a supernova creëren.
De accretieschijf kan een instabiliteit vertonen wat een dwergnova kan produceren. Dit gebeurt wanneer het buitenste gedeelte verandert van een koele, rustigere toestand naar een hetere, heftigere, om dan weer naar de rustigere toestand te vervallen. Dwergnovae kunnen plaatsvinden op een tijdschaal van dagen tot decennia.