Cladonia | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||
Open rendiermos (Cladonia portentosa) | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Cladonia P.Browne (1756[1]) | |||||||||||
![]() | |||||||||||
Kopjesbekermos (Cladonia fimbriata) | |||||||||||
![]() | |||||||||||
Kronkelheidestaartje (Cladonia subulata) | |||||||||||
![]() | |||||||||||
Rood bekermos (Cladonia coccifera) | |||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||
Cladonia op ![]() | |||||||||||
|
Cladonia (rendiermossen, bekermossen en heidestaartjes) is een korstmossengeslacht van ongeveer 350 soorten. 59 daarvan worden in Nederland aangetroffen, waarvan 16 soorten op de Rode Lijst staan. Verschillende soorten rendiermos worden soms in een apart geslacht Cladina ingedeeld, maar DNA-onderzoek wijst er op dat ook deze soorten bij Cladonia zouden moeten worden ingedeeld.
Cladonia wordt gekenmerkt doordat de vertakkingen zich hebben ontwikkeld uit sporenproducerende structuren. De vertakkingen zijn hol en hebben meestal een afwijkend gekleurd uiteinde.
In de Amerikaanse staat Florida wordt de beschermde en uiterst zeldzame Cladonia perforata gevonden; er zijn slechts 27 vindplaatsen van deze soort bekend.