Decidualisatie is een proces dat resulteert in significante veranderingen in de cellen van het baarmoederslijmvlies ter voorbereiding op en tijdens zwangerschap. Dit omvat morfologische en functionele veranderingen (de deciduale reactie) aan endometriale stromacellen (ESC's), de aanwezigheid van deciduale witte bloedcellen (leukocyten) en vasculaire veranderingen in de slagaders van de moeder. De som van deze veranderingen heeft tot gevolg dat het baarmoederslijmvlies verandert in een structuur die de decidua wordt genoemd. Bij mensen wordt de decidua afgestoten tijdens de bevalling.[1]
Decidualisatie speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van de placentavorming tussen een moeder en haar foetus door te helpen bij de invasie van trofoblastcellen. Het veroorzaakt ook de productie van cellulaire en moleculaire factoren die resulteren in structurele veranderingen, of hermodellering, van de moederlijke spiraalslagaders. Decidualisatie is vereist bij sommige zoogdiersoorten waarbij innesteling en trofoblastcelinvasie van het baarmoederslijmvlies plaatsvindt, ook bekend als hemochoriale placentatie. Hierdoor kan het bloed van de moeder in direct contact komen met het foetale chorion, een membraan tussen de weefsels van de foetus en de moeder, en is er uitwisseling van voedingsstoffen en gas mogelijk. Decidualisatie-achtige reacties zijn echter ook waargenomen bij sommige soorten die geen hemochoriale placentatie hebben.[2]
Bij mensen vindt decidualisatie plaats na de ovulatie tijdens de menstruatiecyclus. Na innesteling van het embryo (blastocyste) ontwikkelt de decidua zich verder om te helpen bij de vorming van de placenta. Als er geen innesteling plaatsvindt, wordt de gedecidualiseerde baamoederslijmvliesbekleding afgestoten en treedt menstruatie op. Bij diersoorten die geen menstruatie hebben wordt deze weer opgenomen in het bloed.[1] In soorten met menstruatie treedt decidualisatie op als gevolg van moederlijke hormonen. Bij niet-menstruerende soorten, zoals koeien en schapen, is decidualisatie niet-spontaan, wat betekent dat het alleen gebeurt nadat er externe signalen zijn van een ingenesteld embryo.[3]