Dijkval is een vorm van oeverval, een verschijnsel waarbij "plotseling" een schelpvormig deel van de oever wegzakt en in de stroomgeul verdwijnt. Als op dit stuk oever een dijk ligt, en het dijktraject mede wegslaat, spreekt men van een dijkval. Het verschijnsel komt ook voor bij zandplaten in een estuarium (plaatval) en langs stranden (strandval). Het was een probleem waartegen de mens lange tijd geen verweer had, temeer omdat het onderliggende proces onbekend was. Het is een ander verschijnsel dan een afschuiving. Vallen treden op bij een situatie waar men geen afschuiving zou verwachten omdat de onderwaterhelling niet zo steil is. Als dijkval optreedt (dus een deel van de dijk zakt mee weg) kan het achterliggende land bij vloed overstromen.