De drie Maria's zijn drie vrouwen met de naam Maria die genoemd worden in het Nieuwe Testament en die gezamenlijk een veel voorkomend thema vormen in de christelijke kunst.
Er zijn meerdere vrouwen in het Nieuwe Testament met de naam Maria:
De vrouw Salomé uit Marcus 15:40 en 16:1 is in vroeg-christelijke traditie ook geassocieerd met het idee van drie Maria's en daarom in middeleeuwse teksten vaak Maria Salomé genoemd.
Door de eeuwen heen is er in tradities van uitgegaan dat het bij sommige Maria's om dezelfde persoon gaat. Bij de "drie Maria's" zijn verschillende combinaties van bovenstaande vrouwen mogelijk:
De eerste van de "drie Maria's" is in elk geval Maria, de moeder van Jezus. Volgens de traditie van de Rooms-Katholieke Kerk moet "broers en zussen van Jezus" niet letterlijk worden genomen. De katholieke kerk heeft het dogma aanvaard dat Maria altijd maagd is gebleven en interpreteert het woord "broer" (Grieks: adelphos) als "neef" of "verwante". Daarom maken zij een onderscheid tussen Maria, de moeder van Jezus, en Maria, de moeder van Jakobus en Joses.
De tweede Maria bij het kruis en het lege graf is volgens de middeleeuwse traditie Maria Magdalena. Zij hoort echter niet bij de drie dochters van Sint-Anna.