Duits viltkruid | |||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||||
Filago vulgaris Lam. (1779) | |||||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||||||
Duits viltkruid op ![]() | |||||||||||||||||||||||
|
Duits viltkruid (Filago vulgaris, synoniem: Filago germanica) is een eenjarige plant, die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als een soort die in Nederland vrij zeldzaam en stabiel of toegenomen is. Het aantal chromosomen 2n = 28.
De plant wordt 10–40 cm hoog en is grauwwit, wollig-viltig behaard. Het 1–3 mm brede blad is liniaal-lancetvormig, is onder het midden het breedst en heeft vaak een golvende bladrand. De bladeren zijn meestal korter dan de kluwens.
Duits viltkruid is eenhuizig en bloeit van juli tot in de herfst met 1–4 cm grote kluwens, die meestal uit 20–40, 1,5–2 mm grote hoofdjes bestaan. De buisbloemen zijn geelachtig-wit. De bodem van het bloemhoofdje heeft geen stroschubben. De omwindselbladeren hebben een rechte top en iets onder het midden een halve maanvormige, rode vlek. De middelste omwindselbladeren hebben een gewelfde rug en zijn praktisch kaal.