Een vloedschaar of vloedgeul is een getijdengeul die open ligt voor de vloed en aan het uiteinde een drempel heeft. Meestal is de vloedschaar een natuurlijk fenomeen waardoorheen zout water zich naar het binnenland verplaatst.[1][2][3]
Een ebschaar of ebgeul is het tegenovergestelde van een vloedschaar. Een ebschaar zorgt ervoor dat bij eb het water weer terug uit het binnenland stroomt, deze geul heeft een drempel aan het zee-einde. De stroom in deze ebschaar wordt de ebstroom genoemd.
Het woord 'schaar' heeft dus de betekenis van een naar één richting ondieper wordende getijgeul, maar zal misschien oorspronkelijk zijn afgeleid van het woord 'inscharen', d.i. het uitbochten van een holle oever. Behalve de scharen zijn er nog de 'doorlopende hoofdgeulen'.