Echt moederkoren | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Claviceps purpurea (Fr.) Tul. (1883) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Echt moederkoren op ![]() | |||||||||||||||
|
Echt moederkoren (Claviceps purpurea) is een schimmel uit de klasse Sordariomycetes, die op de aren van granen als rogge en tarwe en andere grassen als kropaar groeit. De schimmel groeit zelden op gerst en haver. De schimmel tast gewassen aan vooral onder warme, vochtige omstandigheden. De besmette aren zijn te herkennen aan de donkerbruine tot paarsachtige sclerotiën. Deze steken uit de aangetaste aren. De sclerotiën zijn tot 3cm lang en tot 4mm dik. De sclerotiën zijn ruststructuren van de moederkoren schimmel en bestaan uit ingedroogd mycelium of schimmelpluis. De naam is afgeleid van het gebruik door vroedvrouwen om weeën op gang te brengen met behulp van deze schimmel. Verder is in 1909 het aminozuur ergothioneïne ontdekt in deze schimmel.[1]
Door het gebruik van ontsmet zaaizaad komt de aantasting bijna niet meer voor, behalve bij de biologische landbouw waar geen ontsmet zaaizaad mag worden gebruikt.