Geelhout (Podocarpus latifolius) IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2011) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Podocarpus latifolius in de Drakensbergen | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Podocarpus latifolius (Thunb.) R.Br. ex Mirb. | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Geelhout (Podocarpus latifolius) op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De (echte) geelhoutboom (Podocarpus latifolius) is een grote altijdgroene boomsoort die tot 35 m hoog kan worden. Hij behoort tot de familie Podocarpaceae. Die stam kan een doorsnede van 3 m bereiken. Deze boom is inheems in Zuid-Afrika en is de nationale boom van het land[2]. De boom kan een ware reus worden in de altijdgroene wouden van de gebergtes van de kust, maar op blootgestelde berghellingen kan hij ook in lage dwergvormen voorkomen. De boom komt voor vanaf de provincie West-Kaap (o.a. in Grootvadersbosch) tot aan Mpumalanga en Limpopo.
De bast vertoont groeven in de lengterichting. Mannelijke bomen brengen rose katjesachtige kegels voort die ongeveer 2,5 cm lang worden. De vrouwelijke bomen hebben vlezige bloembodems en aan de punt ervan worden een of twee zaden aangetroffen. De zaden zijn 1 tot 1,5 cm lang. Ze zijn dun en vlezig en worden gedragen door een helderrood vlezig kussentje. Wanneer de zaden rijp worden krijgen ze een blauwige of paarsige kleur. De rijpe besachtige vruchten worden door vogels, apen en zwijnen gegeten en zijn ook voor de mens eetbaar.[1] Vogels en bavianen eten alleen het omhulsel van het zaad en werpen het zaad ongedeerd weg. Ze dragen daarmee bij tot de verspreiding van de soort.[3]