Een emergent verschijnsel doemt op (emergeren = opdoemen, plotseling verschijnen) door onderlinge wisselwerking van componenten onder gunstige omstandigheden. Het emergente verschijnsel kenmerkt zich doordat het andere eigenschappen heeft dan de componenten waaruit het is opgebouwd. Zo'n verschijnsel kan bestendig zijn (sterke emergentie, bv. de vorming van een molecuul in een scheikundige reactie, of de vorming van een termietenheuvel) of tijdelijk (zwakke emergentie, bv. een vlucht spreeuwen), waarbij het later weer uiteenvalt in zijn componenten. De kenmerken van het emergente verschijnsel hebben dus uitsluitend betrekking op het geheel en niet op de delen waaruit het is samengesteld: "Het geheel is méér dan de som der delen".[1][2]
De beschrijving van zo'n emergent verschijnsel is meestal fenomenologisch van aard, dat wil zeggen het beschrijft het fenomeen zonder dieper in te gaan op de eigenschappen van de samenstellende onderdelen (bv. het gedrag van een kudde schapen, de "wave" van het publiek in een voetbalstadion). Bij sterke emergentie is daarbovenop vaak nog een nieuw theoretisch kader[3] nodig (bv. kristallografie om de vorm van kristallen te verklaren, het atoommodel van Bohr om de bouw van een atoom te begrijpen)
De vraag is of emergentie voorspelbaar is vanuit de kennis de we hebben van de eigenschappen van de samenstellende onderdelen. Bij zwakke emergentie lijkt dat vaak het geval te zijn: door computersimulatie van de interactie van de onderdelen kan redelijk goed het gedrag van het collectief voorspeld worden (mits het aantal componenten niet te groot is, zoals bijvoorbeeld uit de voorspelling van het weer blijkt). Kennis van het algoritme dat die interactie bepaalt is hier cruciaal. Als de uitvoering van zo'n algoritme afhankelijk is van externe, vaak toevallige omstandigheden dan kan het resultaat van zo'n algoritme toch onvoorspelbaar zijn, zoals bv. blijkt uit het gedrag van cellulaire automaten (bv. Conway's Artificial Life).
Het concept van emergentie is al heel oud[4] maar is de laatste twintig jaar weer meer in de belangstelling gekomen[5] door de ontdekking van structuren en verschijnselen waarvan de eigenschappen niet eenvoudig zijn terug te voeren op eigenschappen van de basale bouwstenen van zo'n emergent verschijnsel (zie daarvoor de Voorbeelden en Kritiek). In Nederland wordt veel multidisciplinair, mereologisch onderzoek naar emergentie samengebracht in de organisatie DIEP (Dutch Institute for Emergent Phenomena).[6]
Emergentie speelt verder een belangrijke rol in de systeemtheorie en de complexiteitstheorie.