Erik II | ||
---|---|---|
Hertog van Pommeren-Wolgast | ||
Regeerperiode | 1457 - 1474 | |
Samen met | Wartislaw X (1457-1463) | |
Voorganger | Wartislaw IX | |
Opvolger | Bogislaw X | |
Hertog van Pommeren-Stolp | ||
Regeerperiode | 1459 - 1474 | |
Voorganger | Erik I | |
Opvolger | Bogislaw X | |
Hertog van Pommeren-Stettin | ||
Regeerperiode | 1464 - 1474 | |
Voorganger | Otto III | |
Opvolger | Bogislaw X | |
Huis | Greifendynastie | |
Moeder | Sophia van Saksen-Lauenburg | |
Geboren | ca. 1425 | |
Gestorven | 5 juli 1474 Wolgast | |
Begraven | Abdij van Eldena | |
Echtgenote | Sophia van Pommeren | |
Religie | Rooms-katholiek |
Erik II (ca. 1425 - Wolgast, 5 juli 1474) was een Pommerse hertog uit de Greifendynastie. In 1457 volgde hij zijn vader Wartislaw IX op als hertog van Pommeren-Wolgast, maar hij moest de heerschappij delen met zijn jongere broer Wartislaw X. In 1459 werd hij hertog van Pommeren-Stolp en in 1464 erfde Erik II het hertogdom Pommeren-Stettin. De keurvorsten van Brandenburg maakten eveneens aanspraak op Stettin. Over het bezit van het hertogdom werd tussen 1464 en 1472 de Stettiner Successieoorlog uitgevochten. Erik II behield Pommeren-Stettin, maar hij moest de keurvorst van Brandenburg als leenheer erkennen. Erik II werd opgevolgd door zijn oudste zoon Bogislaw X.[1]