Flitsherinnering

Flitsherinneringen zijn zeer levendige herinneringen aan de omstandigheden waaronder iemand voor het eerst kennisneemt van een schokkende publieke gebeurtenis. Het zijn de herinneringen die opgeroepen worden met vragen als "waar was jij toen je hoorde dat Pim Fortuyn vermoord was", "... je vernam dat de Tweede Wereldoorlog uitgebroken was" of "... hoorde dat een vliegtuig het World Trade Center binnen was gevlogen". Dit soort herinneringen zijn bovengemiddeld gedetailleerd, helder, levendig en bestendig.

De naam is afkomstig van de vergelijking die opgaat met de belichting van een flitslamp. Details worden daardoor opeens bijzonder goed zichtbaar, terwijl alles wat zich voor of na de flits afspeelt juist niet geregistreerd is. De term verwijst eveneens naar de vergelijking alsof het brein een foto van de gebeurtenis genomen heeft.

Onderzoek naar flitsherinneringen gaat terug tot 1899, toen in de Verenigde Staten de herinneringen aan de dag van de moord op president Lincoln werden onderzocht[1]. Eind jaren 70 en begin jaren 80 van de twintigste eeuw besteedden vooral Brown en Kulik[2] (1977) aandacht aan dit type herinneringen. Zij onderzochten onder andere hoe mensen zich de dag van de moord op president Kennedy herinnerden, een gebeurtenis die 14 jaar voorafgaand aan het onderzoek plaatsvond.

Op basis van de eigenschappen van dergelijke flitsherinneren formuleerde Brown en Kulik (1982) de stelling dat aan de vorming, bewaring en ophaling van herinneringen die tot stand komen als gevolg van een grote mate van emotie en verrassing, een specifiek en van andere herinneringen afwijkend geheugenmechanisme ten grondslag ligt. Daarbij scherpten zij de definitie van flitsherinneringen in dit onderzoek aan als "Herinneringen aan de omstandigheden waaronder iemand voor het eerst kennis neemt van een erg onverwachte en significante (of emotioneel geladen) gebeurtenis".

Het blijkt voor de vorming van flitsherinneringen wel van belang of de gebeurtenis als persoonlijk relevant wordt beschouwd; Brown en Kulik ontdekte bijvoorbeeld dat 75% van de zwarte Amerikanen zich de dag van de moord op Martin Luther King, 14 jaar eerder, nog levendig kon herinneren. Van de blanke Amerikanen die ondervraagd werden kon slechts 33% zich details van diezelfde dag voor de geest halen.

  1. Colgrove (1899) ontdekte dat de meeste mensen zich bijna 30 jaar later nog konden herinneren wat ze aan het doen waren op de dag dat Amerikaanse president Abraham Lincoln vermoord werd.
  2. Brown, R., & Kulik, J. (1977) "Flashbulb memories" Cognition, volume 5, p73-99. herdrukt in U. Neisser (Red), "Memory in its natural context" San Francisco: W. H. Freeman & Co., 1980.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne