Fries Frysk; Fräisk; Friisk, fresk, freesk, frasch, fräisch, freesch | ||||
---|---|---|---|---|
Gesproken in | Nederland (Friesland en het Groninger Westerkwartier) en Duitsland (Saterland en Noord-Friesland). | |||
Sprekers | ca. 425.000 [1] | |||
Rang | niet in de top 100 | |||
Taalfamilie | ||||
Varianten | ||||
Alfabet | Latijns alfabet | |||
Officiële status | ||||
Officieel in | ||||
Taalorganisatie | NL: Fryske Akademy DE: Nordfriisk Instituut | |||
Taalcodes | ||||
ISO 639-1 | Westerlauwers Fries: fy | |||
ISO 639-2 | Westerlauwers Fries: fry | |||
ISO 639-3 | Westerlauwers Fries: fry Noord-Fries: frr Saterfries: stq | |||
|
De Friese talen (Westerlauwers Fries: Frysk; Saterfries: Fräisk; Noord-Fries: Friisk, fresk, freesk, frasch, fräisch, freesch) zijn een groep van drie nauw verwante talen die behoren tot de Noordzeegermaanse tak van de West-Germaanse talen en gesproken worden langs delen van de Nederlandse en Duitse Noordzeekust.
De talen zijn nauw verwant aan het Engels en worden ook wel geschaard onder de Noordzeegermaanse of Ingveoonse talen. Naast het feit dat de Friese talen op lexicaal gebied sterke overeenkomsten vertonen met het Engels, hebben de Noordzeegermaanse talen – en in mindere mate ook het Nederlands – ook hun eigen karakteristieke Ingveoonse klankverschuivingen ondergaan.
De Friese talen worden gesproken door (minstens) 425.000 mensen. waarvan het overgrote deel (415.000) in de Nederlandse provincie Friesland, ruim 2.000 in Saterland, 5.000 tot 10.000 in Noord-Friesland en op Helgoland, verder een onbekend aantal in andere delen van Nederland en Duitsland. Deze talen zijn genetisch nauw verwant, maar hebben zich apart van elkaar ontwikkeld, waardoor er geen of slechts beperkt sprake is van wederzijdse verstaanbaarheid tussen de taalgroepen onderling.[2][3] Voor het Noord-Fries geldt zelfs dat enkele van de hiertoe gerekende varianten onder elkaar tot op zekere hoogte niet wederzijds verstaanbaar zijn.[4]
In Nederland is het (Westlauwers) Fries sinds 1956 officieel erkend als tweede rijkstaal, daarnaast geniet het bescherming onder het Europees Handvest voor regionale en minderheidstalen. Het Saterlands en Noordfries genieten in Duitsland onder hetzelfde handvest een soortgelijke bescherming en status. In beide landen is het gebruik van de Friese talen binnen het onderwijs, de rechtspraak en overheidscommunicatie wettelijk verankerd binnen het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden.