Met gastarbeiders worden in Nederland en Vlaanderen mensen bedoeld die tijdelijk uit een ander land naar deze landen komen om daar arbeid te verrichten. De beweegredenen zijn vrijwel altijd economisch: er is te weinig werk in de thuislanden, het werk dat er is wordt slechter betaald en er is een tekort aan arbeiders in het gastland.
Tijdelijk houdt in dat het de bedoeling is terug te keren naar het land van herkomst. Als dat niet het geval is, is er sprake van immigratie en wordt de gastarbeider een immigrant.
Het woord is bedacht in de 1960er jaren toen grote bedrijven in veelal de zware industrie grote moeite hadden, voor de lonen die ze wilden betalen, mensen uit de lokale bevolking te vinden.[2] Ze stuurden gezanten naar het buitenland om daar mensen te werven. Het begrip is inmiddels verouderd, algemeen wordt tegenwoordig het begrip arbeidsmigratie gebruikt.[3]