Gefaciliteerde communicatie (Engels: Facilitated Communication) is een omstreden communicatiemethode die wordt toegepast bij mensen die niet of nauwelijks kunnen spreken.[1] Het gaat hierbij meestal om mensen met non-verbale vormen van autisme, mensen met een verstandelijke beperking of mensen met hersenschade.[2] De methode is in 1977 in Australië in gebruik genomen, en heeft zich daarna naar andere landen verspreid. In wetenschappelijke kringen wordt gefaciliteerde communicatie als pseudowetenschap beschouwd.[3] In Nederland heeft de Vereniging tegen de Kwakzalverij de methode in 2009 opgenomen in hun encyclopedie onder de noemer Facilitated Communication (FC), en ook de vereniging Skepsis heeft over de methode gepubliceerd.