Gele helmbloem | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Pseudofumaria lutea (L.) Borkh. (1797) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Gele helmbloem op ![]() | |||||||||||||||||
|
De gele helmbloem (Pseudofumaria lutea, synoniem: Corydalis lutea) is een vaste plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als vrij zeldzaam en stabiel of toegenomen. In Nederland is hij vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. De soort komt van nature voor in het zuidelijke deel van de Alpen en de Jura en is van daaruit ingeburgerd in Midden- en West-Europa. Het aantal chromosomen is 2n = 28.[1] Vooral in de knol komt een giftig alkaloïde voor.[2]
Onder de oppervlakte heeft de helmbloem een vrijwel geheel massieve knol. In het voorjaar ontspruiten uit deze knol stengels met dubbel tot drievoudig geveerde bladeren, die een van boven vlakke bladsteel hebben. De bladsteel heeft duidelijk afgescheiden vleugelranden, dit in tegenstelling tot de geelwitte helmbloem.
De 15–30 cm hoge plant bloeit van mei tot september, maar bij een gunstig voorjaar kan de bloeiperiode al in april inzetten. De langwerpige, gele bloemen zijn 3 mm breed en 15–20 mm lang. De spoor is 2–4 mm lang. De bloemen zijn gegroepeerd in dichte trossen. De kelk valt aan het begin van de bloei af.
De vrucht is een 9–10 mm lange en 3 mm brede doosvrucht. Het 30 mm lange en 15 mm brede, glanzend donkerbruine, fijn korrelrimpelige zaad heeft een afstaand, getand mierenbroodje, waardoor het door mieren verspreid wordt.