In het Nederlandse recht is sprake van gemeenschap als een of meer goederen aan twee of meer personen gezamenlijk toebehoren, het is een zogenaamd afgescheiden vermogen. Gemeenschap is geregeld in artikel 166 en volgende van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW)[1] en wordt de 'eenvoudige gemeenschap' genoemd. Er bestaan ook bijzondere gemeenschappen.