De Golfstroom of Noord-Atlantische Drift - het noordelijk deel van wat in het Engels ook wel de Atlantic meridional overturning circulation (AMOC) wordt genoemd - is een snelle, krachtige warme stroming in de oceaan. De Golfstroom stroomt vanaf de Golf van Mexico, waarvan de naam van de stroom afgeleid is.[1] Hier wordt hij onder andere gevoed door de Antillenstroom.
De Golfstroom volgt de oostelijke kusten van de Verenigde Staten en Newfoundland. Vervolgens steekt hij als Noord-Atlantische stroom ter hoogte van Kaap Hatteras de noordelijke Atlantische Oceaan over en bereikt Europa ter hoogte van de Golf van Biskaje. Daarna stroomt hij verder naar het noorden via onder meer de Noordzee tot aan de Noordelijke IJszee en een deel gaat ook zuidwaarts via de Canarische stroom. De Golfstroom maakt deel uit van de thermohaliene circulatie. Ten zuidoosten van de Golfstroom ligt de Noord-Atlantische gyre.
In de Golfstroom kunnen stroomsnelheden van 3 meter per seconde voorkomen, waardoor de scheepvaart en dan vooral de zeilvaart er enige hinder van kan ondervinden. De Golfstroom vervoert per seconde tot 1,5×108 kubieke meter water, dat is meer dan 100 keer zo veel als alle rivieren in de wereld. De stroom vertegenwoordigt 5 petawatt (5×1015 W) vermogen, wat overeenkomt met ongeveer drie miljoen moderne grote kerncentrales.
Door de Golfstroom is het klimaat op 50 graden noorderbreedte in Europa (de regio van België en Nederland) veel warmer dan op vergelijkbare andere plaatsen op aarde: het steeds nieuw aangevoerde warme zeewater functioneert als buffer. Vooral aan de Atlantische kust van Scandinavië is de invloed ervan van groot belang. De havens van Noorwegen tot en met Moermansk zijn 's winters ijsvrij. Grote delen van Europa zijn hierdoor dan ook een stuk warmer dan andere gebieden op vergelijkbare breedtegraad. New York ligt bijvoorbeeld op een lagere geografische breedte dan Rome maar is in de winter duidelijk kouder dan Amsterdam.