Condado Portucalense | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
| ||||||
Kaart | ||||||
![]() | ||||||
Graafschap Portugal in 1070 | ||||||
Algemene gegevens | ||||||
Hoofdstad | Portus Cale, later Guimarães | |||||
Talen | Portugees | |||||
Religie(s) | Katholicisme | |||||
Regering | ||||||
Regeringsvorm | Graafschap |
Het graafschap Portucale (868 – 1139, in het Portugees: Condado Portucalense) was een graafschap dat opdook tijdens de reconquista van het Iberisch Schiereiland door de christenen. Van deze naam is de naam Portugal afgeleid. Tijdens de middeleeuwen heette de huidige regio Norte in het noorden van Portugal het graafschap Portucale, ter onderscheiding van het graafschap Galicië. De historische naam voor het hele gebied waar beide graafschappen onder vielen is Galicië, afgeleid van de Romeinse naam Gallaecia. In het huidige gebied van Portugal bestonden gedurende de reconquista twee grondgebieden met de naam graafschap Portucale of graafschap Portugal. In die tijd stond het gebied ook bekend als Portugalia.[1] Het graafschap is opgericht door Vimara Peres in 868, nadat de Moren uit Portucale waren verdreven (huidig Porto). Vanaf het eind van de 10e eeuw begonnen de Portugese graven de titel 'hertog' te gebruiken.
De eerste Portugese provincie scheidde zich af van Gallaecia en had als hoofdstad Porto, maar dankzij de groeiende invloed van de Portugese hertogen, waarvan er één tussen 999 en 1008 regent van het koninkrijk León was geweest, begonnen de Galiciërs het gebied binnen te vallen. Onder leiding van García I van Galicië werd het Portugese gebied opnieuw opgenomen in koninkrijk Galicië in 1071. García benoemde zichzelf tot "koning van Portugal en Galicië". Het graafschap was een vazal van het Koninkrijk León, maar had wel enige autonomie.
In 1096 kwam het Graafschap Portugal opnieuw op, nadat het gebied was geschonken aan Hendrik van Bourgondië door koning Alfons VI van León als dank voor de hulp bij de Reconquista. De dochter van Alfons VI, infant Theresia van León werd uitgehuwelijkt aan Hendrik van Bourgondië. Het gebied werd erfgoed van Theresia. Dit tweede graafschap was groter dan het eerdere en reikte tot aan de gebieden van het oude Graafschap Coimbra, delen van Trás-os-Montes en het bisdom Tui in het zuiden van Galicië. Het gebied werd een graafschap genoemd, maar de leiders gebruikten verschillende titels: comite (graaf), dux (hertog), princeps (prins) en zelfs regina (koningin).