Groene belegging

Een groene belegging is in Nederland een vorm van duurzaam beleggen waarbij wordt belegd in een groenfonds, dat wordt gebruikt om milieuprojecten te financieren. Beleggen in een groenfonds betekent dat iemand goedkoop geld uitleent aan banken. Hierdoor kunnen de "groenbanken" weer goedkope leningen verstrekken aan projecten, bijvoorbeeld een biomassacentrale, duurzaam gebouwde woning, een windmolenpark, of een biologisch landbouwbedrijf. Dit heet groene financiering.

Het rendement op groenfondsen is beperkt. Dat lagere rendement wordt echter onder voorwaarden deels gecompenseerd door een belastingvoordeel.

Voor de Wet inkomstenbelasting 2001 (IB) kan de belastingdienst vormen van sparen en beleggen goedkeuren als groene belegging. Ondanks de term "belegging" kan het zowel gaan om groene spaartegoeden (in de praktijk een spaardeposito met een looptijd van minstens een jaar of een spaarrekening waarbij het geld ook een jaar vaststaat en gedurende dit eerste jaar ook een vaste rente heeft) als om aandelen in een groenfonds. Als specifiek de laatste worden bedoeld wordt wel de formulering 'groene overige bezittingen' gebruikt (of, zoals de wet doet: 'groene beleggingen in de vorm van overige bezittingen').

De regeling geldt alleen nog voor de peildata 1 januari 2025 en 1 januari 2026. Anderhalve maand voor de peildata, wanneer de Tweede Kamer de definitieve wet Belastingplan goedkeurt, worden de definitieve fiscale voorwaarden bekend (tenzij de Eerste Kamer het afkeurt, maar dat gebeurt zelden of nooit omdat dat bij een Belastingplan erg ingrijpend is;[1][2] gebruikelijker is dat de Eerste Kamer toezeggingen eist). Dat zou het verstandig maken pas dan te besluiten over groen sparen, maar daar staat tegenover dat dit zo laat in het jaar niet altijd meer mogelijk is.

Tot een maximum per belastingplichtige (2022: € 61.215; 2023: € 65.072; 2024: € 71.251; 2025: 2025: € 26.312[3] (inclusief 1,2% indexatie); 2027: regeling afgeschaft) tellen deze spaartegoeden en de waarde van de aandelen niet mee als vermogen.[4] Daarnaast is er de korting voor groene beleggingen (een heffingskorting) (2024: 0,7%; 2025: 0,1%; 2027: regeling afgeschaft) van het vrijgestelde vermogen aan groene beleggingen (maximaal dus € 498 voor 2024 en € 26 voor 2025).[5][6] De extreme verlaging van de korting voor groene beleggingen heeft voor de Belastingdienst het voordeel boven afschaffing dat het een parameterwijziging is, die is gemakkelijker uit te voeren.

De sterke verlaging met ingang van 2025 van het bedrag van € 71.251 naar in eerste instantie € 30.000 (waardoor ook de maximale heffingskorting werd verlaagd naar € 210) was geregeld in de verder ongerelateerde Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 [7][8]. Een en ander is een gevolg van een aangenomen amendement, met dit als dekking van een wijziging van een voorgestelde verandering van fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten.[9]

Ook de verdere beperkingen van november 2024 die er voor 2025 nog bovenop kwamen vormen de dekking voor ongerelateerde hogere overheiduitgaven elders. Terwijl de vorige wijziging ruim een jaar van tevoren bekend werd, was dit bij deze wijzigingen slechts anderhalve maand van tevoren. Zowel de extreme verlaging van de heffingskorting als de verlaging van het maximale spaarbedrag dupeert spaarders die eerder in 2024 op basis van de toen voor 2025 wettelijk vastgestelde regels spaargeld als groen spaartegoed voor een jaar hebben vastgezet.[10]

Bij overschrijding van het maximumbedrag geldt de voor de belastingplichtige gunstige regeling dat deze overschrijding sinds 2023 zoveel mogelijk wordt ingedeeld bij groene banktegoeden, zodat de vrijstelling zoveel mogelijk geldt voor de groene overige bezittingen, en alleen tot het eventuele resterende vrijstellingsbedrag voor de groene banktegoeden.

Bij het aan het einde van het jaar verwerven en aan het begin van het nieuwe jaar weer verkopen van een maatschappelijke belegging, met als enig doel het behalen van fiscaal voordeel, kan de belastingdienst dit voordeel weigeren op basis van fraus legis. Soms neemt ook het betreffende beleggingsfonds maatregelen om dit te voorkomen.[11]

Soms wordt de rente over een groene belegging geschonken aan een gelieerde algemeen nut beogende instelling zodat naast de al genoemde belastingvoordelen er ook giftenaftrek in box 1 is.

  1. Forse consequenties als Eerste Kamer Belastingplan niet aanneemt
  2. Gevolgen van het niet aannemen van het wetsvoorstel Belastingplan 2025
  3. Belastingplan 2025 - Gewijzigd voorstel van wet - p.5, ARTIKEL I, La
  4. https://wetten.overheid.nl/BWBR0011353#Hoofdstuk5_Afdeling5.3
  5. https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/inkomstenbelasting/heffingskortingen_boxen_tarieven/heffingskortingen/korting_voor_groene_beleggingen. Gearchiveerd op 27 mei 2023.
  6. https://wetten.overheid.nl/BWBR0011353#Hoofdstuk8_Afdeling8.2_Artikel8.19
  7. [https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-1114850
  8. https://www.eerstekamer.nl/behandeling/20231227/publicatie_wet_3/document3/f=/vm9cci6it600.pdf Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024] - artikel II, onderdeel 2
  9. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-1114911.pdf
  10. Einde belastingvoordeel groen sparen en beleggen
  11. Minimale inlegtermijn van een halfjaar bij het ASN Groenprojectenfonds

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne