Hartinfarct | ||||
---|---|---|---|---|
onderbroken bloedtoevoer in kransslagader
| ||||
Coderingen | ||||
ICD-11 | ||||
OMIM | {{{OMIM}}} | |||
DiseasesDB | 8664 | |||
DOID | 5844 | |||
MedlinePlus | 000195 | |||
eMedicine | med/1567 emerg/327 ped/2520 | |||
MeSH | D009203 | |||
Richtlijnen | ||||
NHG-standaard | M80/samenvatting | |||
|
Een hartinfarct (medisch: myocardinfarct), in de volksmond hartaanval genoemd, is het proces waarbij een deel van de hartspier afsterft doordat de bloedtoevoer door de kransslagaderen naar dat deel van de hartspier wordt onderbroken. Een hartinfarct kan leiden tot hartfalen, sterfte of levensbedreigende ritmestoornissen. Een hartaanval ontstaat meestal doordat zich in een kransslagader een bloedstolsel oftewel een bloedpropje vormt waardoor de toevoer van bloed, die over het algemeen daarvoor al verminderd was, nu opeens helemaal wordt onderbroken. De blokkade ontstaat meestal op de plaats van een atherosclerotische plaque.
Zeldzame oorzaken van een afsluiting van een kransvat en dus een hartinfarct zijn: een dissectie van de wand van het kransvat, embolisatie van een stolsel (trombus) vanuit de linkerhartkamer of vasculitis van een kransvat. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen bleek dat een hartaanval 30% vaker voorkomt in de ochtenduren, dan op basis van toevalligheden verwacht mag worden. Wel bleek uit dit onderzoek dat een hartinfarct 's ochtends vaak kleiner is, dan wanneer dit 's nachts optreedt.[1]
In Nederland zijn in 2012 naar schatting 39.000 mensen overleden aan hart- en vaatziekten, van wie 10.000 aan ischemische hartklachten. Dat zijn hartklachten door onvoldoende bloedtoevoer naar de hartspier, veroorzaakt door een vernauwing of afsluiting van een of meer kransslagaders.[1] Als verzamelnaam van myocardinfarct en instabiele angina pectoris wordt wel de term acuut coronair syndroom gebruikt.