De Loo is de naam van een ridderhofstede en buitenplaats in de Nederlandse plaats Voorburg, ongeveer op de plaats van het huidige Station Voorburg 't Loo. De naam 'loo' betekent oorspronkelijk een op hogere zandgrond gelegen licht en mensvriendelijk bos met hoog, opgaand hout[1]. De ontstaansgeschiedenis is in nevelen gehuld. Aangenomen wordt dat de hofstede rond de 13e eeuw is verrezen op de plaats van een vroonhoeve die daar mogelijk al voor het jaar 1000 zou hebben gelegen en van waaruit de ontginning van het omliggende veengebied ter hand is genomen.
De hofstede was aanvankelijk een versterkt bouwwerk, omgeven door een gracht. Het 'Loo-eiland' mat ongeveer 400 meter in het vierkant (16 hectare). De Loo was in bezit van leenmannen van de Graven van Holland. In later eeuwen kreeg het terrein rond de aanwezige gebouwen het karakter van een lusthof. In de achttiende eeuw kwam De Loo in bezit van stadhouder Willem IV, die er een diergaarde in vestigde. Dankzij de vele exotische dieren, aangevoerd met schepen van de Oost- en West-Indische Compagnieën, kreeg deze diergaarde internationale vermaardheid.
Rond 1800 werd het complex in fasen nagenoeg geheel afgebroken. Sinds 1891 stond op dezelfde plaats de boerderij De Loo (ook wel Het Loo genoemd), een markant punt in het Voorburgse polderlandschap. Deze boerderij is in 1963, in het kader van de stadsuitbreiding, gesloopt.