Hubrecht van den Eynde | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Hubrecht van den Eynde, gravure naar origineel van Anthony van Dyck
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | 11 november 1594 | |||
Overleden | 18 september 1662 | |||
Nationaliteit | Vlaamse | |||
Beroep(en) | beeldhouwer | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Stijl(en) | Vlaamse barok, Barok | |||
RKD-profiel | ||||
|
Hubrecht van den Eynde (11 oktober 1593 - 18 september 1662) was een Vlaamse beeldhouwer. Van den Eynde werd een meester van de Sint-Lucasgilde in 1620.[1] Hij was de eerste prominente beeldhouwer van de kunstenaars- en ondernemersfamilie Van den Eynde. Hij trainde bij een onbekende meester en leerde Sebastiaen van den Eynde, zoon van zijn broer Cornelis; zijn andere neef Sebastian de Neve, en zijn eigen zoon Norbert van den Eynde.[2] In het begin van de 17e eeuw behoorde Van den Eynde tot de toonaangevende Vlaamse kunstenaars die gekunstelde maniëristische formules verwierpen ten gunste van een grotere waarheidsgetrouwheid.[3]
Tot zijn overgebleven werken behoren de monumentale Waterpoort in Antwerpen;[2][4] een hoogaltaar in zwart en wit marmer en albast (geflankeerd door twee schilderijen van Anthony van Dyck) in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Dendermonde;[1][5][6][7] en de Rubenesque marmeren beelden van Gideon en Joshua in de Kathedraal van Antwerpen.[8][9]