De term ideaal kan zowel slaan op een doel (teleologisch) of op een oorsprong (principieel). Het woord komt van het Griekse begrip idea (vorm, gestalte, idee) dat vooral bekend is geworden door Plato’s ideeënleer. In Platonische zin slaat de idee (niet: het idee) op iets dat niet in de alledaagse werkelijkheid bestaat, maar daarin wel gestalte kan krijgen of gedeeltelijk gerealiseerd kan worden. Het is te vergelijken met een blauwdruk, een visioen of een definitie.
Als men aanneemt dat de ziel vier onderscheiden vermogens heeft (kennen, voelen, streven en gedrag), dan kan elk van deze psychische vermogens zich richten op een specifiek ideaal: het kenvermogen op het schouwen van de idee (archetype, categorie), het gevoel op het beleven van een waarde (het goede, het schone, het ware), het streven op een norm (bijvoorbeeld rechtvaardigheid, volmaaktheid) en het handelen op het "goede" voorbeeld (zoals een heilige, een held of een idool).
Een idealist - anders dan in de zin van de filosofische stroming van het idealisme - is iemand die zich met zijn hele persoon richt op een ideaal. In negatieve zin wordt zo iemand aangeduid als een niet-realistisch mens of een dromer; in positieve zin als een bevlogene. Idealisme kan gericht zijn op zaken als
Tegenover idealisme staan nihilistische en cynische uitspraken als: