Het International Bank Account Number (IBAN) wordt gebruikt om internationale transacties tussen rekeningen en banken in verschillende landen vlotter te laten verlopen. Sinds 2007 is het eveneens verplicht voor nationale betalingen.
Het IBAN telt maximaal 34 alfanumerieke tekens en heeft een vaste lengte per land. Het IBAN bestaat uit een landcode (twee letters), een controlegetal (twee cijfers) en een (voor bepaalde landen aangevuld) nationaal rekeningnummer.
De BIC-code verwijst naar een bepaalde bank, het IBAN identificeert een individuele bankrekening.
België is in 2007 overgegaan op het IBAN-systeem voor binnenlandse betalingen. Voor binnenlandse overschrijvingen is de BIC code optioneel. Belgische IBAN nummers hebben een vaste lengte: BE gevolgd door 14 cijfers, gewoonlijk genoteerd in groepen van 4 x 4 tekens met spaties. Hierbij vormen de eerste 2 cijfers een extra controlegetal, gevolgd door de 12 cijfers van het klassieke bankrekeningnummer met weglating van de koppeltekens. Belgische rekeningnummers hebben enkel cijfers, afgezien van de BE-prefix.[1]
Nederland volgde op 1 augustus. Alle bank- en girorekeningnummers zijn aangevuld met enkele letters en cijfers. Bij een bankopdracht is opgave van het volledige IBAN verplicht. Een uitzondering geldt voor sommige goede doelen, zoals giro 555 van de Samenwerkende Hulporganisaties, waarbij de opdrachtgever kan volstaan met het korte nummer, dat automatisch in IBAN wordt omgezet.