De Inval van de Veluwe, van 21 juli tot eind augustus 1629, was een afleidingsmanoeuvre, tijdens de Tachtigjarige Oorlog in een samenwerking tussen Spaanse en keizerlijke legers, in een poging het Beleg van 's-Hertogenbosch door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te breken. De inval vond plaats onder leiding van Hendrik van den Bergh en Ernesto Montecuccoli. De inval had niet het gewenste effect. Weliswaar kon Amersfoort ingenomen worden, maar het Beleg van 's-Hertogenbosch werd niet opgegeven. Uiteindelijk moesten de Spaanse en keizerlijke legers Amersfoort en de Veluwe verlaten na de Staatse Inname van Wesel.