Jakob Kunst (Groningen, 12 augustus 1891 – Amsterdam, 7 december 1960) was een Nederlands etnomusicoloog.
Hij was zoon van Egbertus Diederik Kunst en Geertruida van Houten. Vader (Venlo, 7 mei 1862 - Amersfoort, 23 februari 1944) genoot zijn piano-opleiding aan het Conservatorium in Leipzig van Carl Reinecke en het Conservatorium in Berlijn van Xaver Scharwenka. Hij beleefde een kortstondige loopbaan als solist en werd muziekonderwijzer in Groningen en schreef er als criticus voor het Dagelijksch Nieuws- en Advertentieblad.[1] Moeder was pianiste. Zelf speelde hij niet onverdienstelijk viool in amateur-strijkkwartetten. Hoewel hij met succes een rechtenstudie voltooide, ging zijn hart uit naar de muziek. Door zelfstudie ontwikkelde hij een uitstekend muziekwetenschappelijk inzicht en bouwde hij een grote feitenkennis op.