Jean Robic | ||||
---|---|---|---|---|
Persoonlijke informatie | ||||
Geboortedatum | 10 juni 1921 | |||
Geboorteplaats | Condé-lès-Vouziers, Frankrijk | |||
Overlijdensdatum | 6 oktober 1980 | |||
Overlijdensplaats | Claye-Souilly, Frankrijk | |||
Sportieve informatie | ||||
Discipline(s) | Weg | |||
Ploegen | ||||
1943 - 1945 1946 - 1949 1950 1951 1952 1953 - 1954 1955 1956 - 1957 1958 - 1959 1960 - 1961 |
Génial-Lucifer Génial-Lucifer- Hutchinson Thomann-Riva Sport Automoto-Dunlop Colomb-Dunlop Terrot-Hutchinson Gitane-Hutchinson Essor-Leroux Margnat-Coupry Rochet-Margnat | |||
Beste prestaties | ||||
Milaan-San Remo | 7e (1953) | |||
Parijs-Roubaix | 9e (1956) | |||
Luik-Bastenaken-Luik | 3e (1952) | |||
Ronde van Lombardije | 11e (1955) | |||
Ronde van Frankrijk | 1e (1947) 6 etappezeges | |||
WK op de weg | 14e (1954) | |||
|
Jean Robic (Condé-lès-Vouziers, 10 juni 1921 - Claye-Souilly, 6 oktober 1980) was een Frans wielrenner.
Kort voor de Tour de France van 1947 trouwde hij en hij beloofde zijn bruid de gele trui mee te brengen als bruidsschat. Hij maakte zijn belofte waar en won dat jaar de Tour. In 1950 werd hij de allereerste wereldkampioen veldrijden.
Robic improviseerde op de fiets. Zo had hij een trucje om zijn gebrek aan gewicht in afdalingen op te lossen. Hij had een drinkbus op zijn fiets die voor 3/4 gevuld was met lood. Dit verlaagde ook zijn evenwichtspunt. Hij droeg steevast zijn zelfgemaakte valhelm, omdat hij bang was hoofdletsel op te lopen. Dit leverde hem de bijnaam tête de cuir (lederen hoofd) op.
Robic kwam in 1980 om het leven door een ongeval, waarbij hij met zijn auto onder een geparkeerde oplegger terechtkwam.