Jetro / Jethro יִתְרוֹ | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Jethro en Mozes (James Tissot)
| ||||
Hoofdambt | Midjanitische priester en profeet | |||
Echte naam | Reüel | |||
Bijnaam | Jeter, Jether | |||
Discipline | ||||
Bekend van | Hebreeuwse Bijbel, schoonvader van Mozes | |||
|
Jetro of Jethro (Hebreeuws: יִתְרוֹ, Jitro, aanspreektitel vergelijkbaar met het woord "sire") was volgens de Hebreeuwse Bijbel een Midjanitische priester (Exodus 3:1) en schoonvader van Mozes. Hoewel de Hebreeuwse Bijbel meestal zijn aanspreektitel hanteerde, was zijn ware naam Reüel, "godsvriend" (Exodus 2:18; Numeri 10:29). In Exodus 4:18 heet hij Jet(h)er, wat in het medeklinkerschrift geen verschil maakt.
In de Koran wordt Jetro als profeet beschouwd en Shu'aib genoemd. Ook de druzen (afsplitsing van sjiieten) beschouwen Jetro als een groot profeet.
Na Mozes' vlucht uit Egypte vond hij toevlucht bij Jetro, trouwde met een van Jetro's zeven dochters, Sippora (Exodus 2:15b-21) en bleef in totaal 40 jaar bij Jetro. Mozes was de kudde van Jetro aan het hoeden, toen hij JHWH ontmoette in een brandende doornstruik (Exodus 3:1-4:17).
Nadat Mozes enige jaren later de Israëlieten uit Egypte bevrijdde, bezocht Jetro hem in de woestijn, waar deze aan de Hebreeuwse God JHWH offerde en een feestmaal aanrichtte voor Aäron en de oudsten van de Israëlieten. Hierna gaf Jetro Mozes raad over hoe het volk onderwezen moest worden in de wet en het bestuur van de Israëlieten (Exodus 18). Om deze reden is de Parasja Jitro, יתרו, die Exodus 18:1-20:23 omvat, naar Jetro genoemd.