Johan de la Faille (26 december 1628 - 14 oktober 1713) was een lid van de vroedschap in Delft. Hij werd aangesteld door stadhouder Willem III in 1672, het Rampjaar, toen de Republiek in gevaar was.
Johan de la Faille was de eigenaar van een beroemd rariteitenkabinet. Het was begonnen door zijn grootvader [bron?] en zijn vader en bestond uit zeeschelpen,[1] waaronder een uiterst zeldzaam exemplaar van de Epitonium scalare[2] en de Conus cedonulli,[3] verder vogels, Romeinse munten en medailles, porselein, wandtapijten en schilderijen.