Afgevaardigden waren lange tijd niet herkiesbaar; zij konden zich niet verkiesbaar stellen als ze in de aflopende periode zitting hadden in de Kamer van Afgevaardigde. Wel was het mogelijk om met een onderbreking (van 3 jaar, de tijd tussen twee verkiezingen) afgevaardigde te zijn. In februari 2005 werd na jarenlang discussiëren gestemd over een wetsvoorstel om de herverkiezing van de volksvertegenwoordigers mogelijk te maken. Het voorstel haalde niet de vereiste 2/3 meerderheid: PRD en PAN stemden voor, PRI tegen. Alhoewel voorzichtig, wegens de scheiding der machten, steunde de regering van presidentFox (PAN) het voorstel: "Het zou goed zijn indien de vertegenwoordigers na hun termijn onderworpen worden aan een beoordeling door het volk". In 2020 stemden de afgevaardigden voor herverkiezing, met een beperking van maximaal drie achtereenvolgende termijnen.[1]