Een kardinaal-nepoot, of kardinaal-neef (Latijn: cardinalis nepos) was een kardinaal, die gepromoveerd werd door een paus, die ofwel een oom, dan wel een directe bloedverwant was.
Het begrip nepotisme (Latijn: nepos = neef) vond zijn oorsprong in deze praktijk. Deze vorm van begunstiging - door velen gezien als corruptie - binnen de Rooms-Katholieke Kerk zou beëindigd worden door de bul Romanum Decet Pontificem, uitgevaardigd door paus Innocentius XII in 1692.[1]