Het Khmer-rijk of Angkor-rijk, in inscripties uit die tijd Kambuja of Kambujadesha (land van de Kambuja's) genoemd,[1] was tussen de negende en 15e eeuw een beschaving op het vasteland van Zuidoost-Azië, met als machtscentrum het westen van het huidige Cambodja. Tot de 13e eeuw was Angkor het machtigste en welvarendste rijk in Zuidoost-Azië, waarvan de techniek, kunst en architectuur ongeëvenaard waren. Het Khmer-rijk heerste in bepaalde perioden over grote delen van de hedendaagse staten Cambodja, Laos, Thailand en Vietnam en ontving schattingen uit gebieden in hedendaags Maleisië en Burma (Myanmar). De Khmers bouwden in deze periode waterreservoirs, kanalen, steden en tempels met afmetingen die ook tegenwoordig nog ontzag wekken. De bekendste monumenten uit de tijd zijn Angkor Wat en andere tempels van de hoofdstad Angkor. De cultuur en religie in het Khmer-rijk waren een mengeling van het uit India overgekomen hindoeïsme en boeddhisme, met de oorspronkelijke Zuidoost-Aziatische religies, waarin voorouderverering een belangrijke rol speelde.
↑(en) Higham, Charles (2001). The Civilization of Angkor. Weidenfeld & Nicolson, Londen, p. 53. ISBN 0-297-82457-0.