Korinthische Oorlog | ||||
---|---|---|---|---|
Datum | 395–387 v.Chr. | |||
Locatie | Griekenland | |||
Resultaat | Onbeslist Koningsvrede gedicteerd door Perzië | |||
Territoriale veranderingen |
Ionië wordt afgestaan aan Perzië Boeotische Bond wordt ontbonden Unie van Argos en Korinthe wordt ontbonden | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
|
Korinthische Oorlog | ||
---|---|---|
De Korinthische Oorlog (395-387 v.Chr.) was een militair conflict in de Griekse oudheid tussen Sparta en vier geallieerde staten, Thebe, Athene, Korinthe en Argos, die aanvankelijk gesteund werden door Perzië. De onmiddellijke aanleiding van de oorlog was een lokaal conflict in het noordwesten van Griekenland, waarin zowel Thebe als Sparta tussenbeide kwamen. De diepere oorzaak lag in de vijandigheid tegen Sparta, uitgelokt door Sparta's dominantie van de Griekse politiek in de negen jaar sinds het einde van de Peloponnesische Oorlog.[1]
De oorlog werd op twee fronten uitgevochten, aan land nabij Korinthe en Thebe en op zee in de Egeïsche Zee. Aan land behaalden de Spartanen al vroeg meerdere overwinningen in belangrijke veldslagen, maar ze waren niet in staat hun winst te consolideren. De landoorlog liep al snel uit op een patstelling. Op zee werd de Spartaanse vloot al vroeg beslissend verslagen door een Perzische vloot, een gebeurtenis die een definitief einde betekende van Spartaanse pogingen om een marine op te bouwen. Athene buitte de situatie uit in verschillende zeecampagnes door enkele eilanden te veroveren die in de 5e eeuw nog tot het Delische Bond behoorden.
Opgeschrikt door deze Atheense successen verplaatsen de Perzen hun steun van de alliantie naar Sparta. Deze afvalligheid dwong de alliantie tot vredesbesprekingen. De Vrede van Antalcidas, vaak genoemd de Koningsvrede, maakte in 387 v.Chr. een einde aan de oorlog. Dit verdrag bepaalde dat Perzië de controle kreeg over geheel Ionië, en dat alle andere Griekse steden onafhankelijk zouden zijn. Sparta zou de bewaker van deze vrede zijn, met de bevoegdheid om de clausules af te dwingen. Het effect van de oorlog was derhalve de bevestiging van Perzisch vermogen zich in Griekse machtsverhoudingen te mengen en van Sparta's hegemonie in het Griekse politieke systeem.[2]