Kwintencirkel

De kwintencirkel is een voorstelling om de samenhang tussen de toonsoorten in de gelijkzwevende temperatuur duidelijk te maken. Twee toonsoorten zijn het nauwst verwant als zij een kwint uit elkaar liggen. De twee toonladders hebben dan 6 van hun 7 tonen met elkaar gemeen (d.w.z. als stamtoon of daarvan afgeleid) en de beide resterende tonen verschillen slechts een halve toonafstand in hoogte. Deze verwantschap leidt tot een ordening van de toonsoorten in een reeks, de kwintenreeks, waarin de opeenvolgende toonsoorten een kwint uiteenliggen. Door enharmonische verwisseling van de uiteinden van de kwintenreeks ontstaat de kwintencirkel. De kwintencirkel is voor het eerst in 1728 gebruikt door Johann David Heinichen in zijn werk Der Generalbass in der Composition.

De kwintenreeks met reine kwinten:
... Beses Fes Ces Ges Des As Es Bes F C G D A E B Fis Cis Gis Dis Aïs Eïs Bis Fisis ...
geeft na enharmonisch verwisselen de reeks:
... A E B Fis Cis As Es Bes F C G D A E B Fis Cis As Es Bes F C G ...

waarin een cyclische herhaling is ontstaan. Rondleggen van de reeks geeft dan de kwintencirkel, zo genoemd omdat rechtsom kijkend de volgende hoger gedachte toon steeds een kwint verder ligt. (Met evenveel recht zou het een kwartencirkel kunnen heten als de cirkel linksom doorlopen wordt en de dan volgende toon hoger gedacht wordt.)

Opmerking: Bij reine kwinten sluit de cirkel na 12 stappen niet exact meer, want een Beses is een andere toon dan een A. Het verschil tussen die twee tonen heet het pythagoreïsche komma.

Kwintencirkel die de majeur- en mineurtoonladders aangeeft met hun voortekening
Klassieke kwintencirkel met Guidonische tonen

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne