Het levend begraven van iemand kan bewust (als straf, marteling of executie), onbewust (in de misveronderstelling dat iemand reeds overleden is), vrijwillig (als stunt voor een ontsnappingspoging of zelfmoord) of per ongeluk (als gevolg van bijvoorbeeld een instorting) gedaan worden. Doordat de zuurstof met iedere ademteug minder wordt, stikt de begravene uiteindelijk. De doodsoorzaak kan echter ook uitdroging, ondervoeding of onderkoeling zijn.